De impact van lagere waterstanden en ontgrondingen op de restlevensduur van grondkerende constructies
De waterstand en bodemligging in een vaarweg bepalen mede de technische levensduur van een grondkerende constructie die de vaarweg begrenst. Als gevolg van extremere weerscondities, met name droogtes, wordt de kans op laag water in vaarwegen groter. En als gevolg van grotere schepen en toegenomen motorcapaciteit, veroorzaakt de scheepvaart steeds vaker (lokale) ontgronding van de bodem. De combinatie van deze factoren langs een grondkering kunnen elkaar bovendien versterken. Inzicht in deze factoren is daarom van belang voor een goede bepaling van de technische restlevensduur van grondkerende constructies.
Doel verkenning
Het KpNK heeft de ambitie om de impact van alle relevante factoren op de restlevensduur van grondkerende constructies in Nederland in kaart te brengen. In 2019 is een verkenning uitgevoerd van beschikbare informatie over de frequentie en de grootte van (extreem) lage waterstanden en de lager dan verwachte waterbodemliggingen. Het doel van deze verkenning is het inzichtelijk maken welke impact deze onzekere aspecten hebben op de technische restlevensduur van grondkerende constructies.
Resultaat
De verkenning heeft geresulteerd in een overzicht van aspecten die de bodemligging en het waterniveau in een vaarweg bepalen, en hoe deze volgens de regelgeving doorwerken in de beoordeling van de technische restlevensduur van grondkerende constructies. Geconcludeerd wordt dat aanvullende informatievergaring, zoals beschikbare meetdata, nodig is om met normen en richtlijnen (denk aan de opvolger van CUR166) de huidige toestand en vervolgens de impact van toekomstige veranderingen te kunnen bepalen.
Meer lezen?
Wilt u meer lezen over dit onderzoek? U kunt de kennisbijdrage in de vorm van een PowerPointpresentatie opvragen via de Contactpagina.